Vous êtes ici
Monitoring van de soorten
Actualisering : januari 2018
De Brusselse fauna en flora maken het voorwerp uit van wetenschappelijke monitoringscampagnes die onmisbare gegevens opleveren voor de opstelling van beleidslijnen en maatregelen inzake het beheer van de biodiversiteit. Hieruit blijkt onder meer dat er een relatief rijke biodiversiteit aanwezig is in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ondanks zijn stedelijke context en beperkte oppervlakte. Sommige groepen, waaronder de reptielen en de vlinders, zijn echter weinig vertegenwoordigd in vergelijking met de in België aanwezige diversiteit.
Monitoring en opvolging van de fauna, de flora en de natuurlijke habitats
Sinds haar oprichting in 1989 is Leefmilieu Brussel belast met de monitoring en de opvolging van de biodiversiteit. Deze opdracht heeft betrekking op de inventarissen en de studies waarvan de uitvoering, via overheidsopdrachten, wordt toevertrouwd aan universiteiten en onderzoeksinstituten, of via subsidies, aan verenigingen voor de bescherming en het behoud van de natuur.
De in dat verband ingezamelde gegevens beantwoorden aan uiteenlopende doelstellingen, die als volgt kunnen worden samengevat:
- de internationale en Brusselse verplichtingen naleven betreffende de monitoring van de natuur en de rapporteringen die erop betrekking hebben (onder meer in het kader van de Natura 2000- en de vogelrichtlijn, de ordonnantie betreffende het natuurbehoud, enz.);
- de beleidslijnen inzake biodiversiteit uitwerken en evalueren;
- ertoe bijdragen dat de veranderingen in het leefmilieu onder de aandacht worden gebracht;
- het publiek informeren en sensibiliseren over de uitdagingen op het vlak van de biodiversiteit.
Om haar diverse informatiebehoeften en opvolgingsinitiatieven betreffende de biodiversiteit te rationaliseren, heeft Leefmilieu Brussel het INBO (het Vlaams Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek) in 2009 belast met het uitwerken van een monitoringstrategie voor de opvolging van de biodiversiteit in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (zie verslag van Van Calster H. en Bauwens D., 2010). In toepassing van artikel 15, §1 van de natuurordonnantie betreffende de verplichtingen van Leefmilieu Brussel inzake de monitoring van de staat van instandhouding van de soorten en natuurlijke habitats, omvat het natuurplan een maatregel om een toezichtschema op te stellen en uit te voeren.
Er wordt eveneens op gewezen dat Leefmilieu Brussel sinds 2009 de gegevens waarover ze beschikt betreffende de soortenrijkdom in het Brussels Gewest, in één soortendatabank centraliseert. Deze databank vormt een belangrijk steunpunt voor het Brussels beleid inzake biodiversiteit.
Inventarissen van de fauna en de flora
Deze fiche heeft specifiek betrekking op de inventarissen en de opvolging (monitoring) van soortengroepen die op gewestelijke schaal zijn uitgevoerd. In diverse documenten van de verslagen over de staat van het Brussels leefmilieu zijn bovendien andere monitoringsgegevens in verband met de biodiversiteit terug te vinden, waaronder in het bijzonder die betreffende de biologische kwaliteit van de waterlopen (zie thema water van deze synthese), de fytosanitaire toestand van de bomen van het Zoniënwoud en de staat van instandhouding van bepaalde soorten bedoeld door de Habitatrichtlijn en de Vogelrichtlijn (zie focus over de gezondheidstoestand van het Zoniënwoud en over de staat van instandhouding van soorten in deze synthese en over het Vliegend hert in het verslag 2011-2014), de natuurlijke habitats (zie verslag over de staat van het leefmilieu 2007-2010) of die met betrekking tot de kwalitatieve en kwantitatieve opvolging van de groene ruimten (zie factsheet «Analyse van de onbebouwde oppervlakten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest door interpretatie van satellietbeelden »).
De monitoring van de soorten heeft onder meer geleid tot de opstelling van verschillende inventarissen en atlassen die betrekking hebben op het volledig Brussels grondgebied. De onderstaande tabel geeft een beknopte samenvatting van de belangrijkste kwantitatieve gegevens die voortvloeien uit deze studies, namelijk: het aantal op het terrein getelde soorten tijdens de onderzoeksperiode (waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen de inheemse soorten en de soorten die vrijwillig of toevallig werden geïntroduceerd), evenals het aantal in Brussel uitgestorven soorten. De inventaris van de lokaal uitgestorven soorten is gebaseerd op historische gegevens (oude floristische of faunistische inventarissen, archieven, oude herbariums of insectendozen enz.). De in aanmerking genomen periode die varieert naargelang de studie, wordt vermeld in de onderstaande tabel. Voor de vissen zijn de gegevens afkomstig van vier meetcampagnes in het kader van de evaluatie van de biologische kwaliteit van de Brusselse waterlopen en vijvers (zie factsheet 'Vissen '). Merk op dat de laatste hand wordt gelegd aan een atlas van zoogdieren en dat een nieuwe atlas van kikvorsachtigen en reptielen in de maak is.
Uit een vergelijking van deze gegevens met een inventaris van de soorten opgesteld door de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie (FOD Economie) blijkt dat ongeveer twee derde van de in België aanwezige zoogdieren- en libellensoorten (waterjuffers en libellen), zich ook in het Brussels Gewest hebben gevestigd. Voor de groepen van vogels, amfibieën, rechtvleugeligen (krekels en sprinkhanen) en vaatplanten bedraagt deze verhouding 40 tot 46%. Ze bedraagt echter minder dan een derde voor de reptielen en dagvlinders.
Zoals hiervoor wordt vermeld, laten deze inventarissen in de eerste plaats toe om te beantwoorden aan de wettelijke rapportageplichten. Zij verschaffen eveneens onmisbare informatie voor de uitwerking van beleidslijnen en maatregelen inzake het beheer van de biodiversiteit. Naast de enkele cijfers die worden voorgesteld in de bovenstaande tabel, zijn deze inventarissen vooral interessant vanwege de analyses waartoe ze aanleiding geven en die het mogelijk maken om:
- trends vast te stellen ten opzichte van de rijkdom en de ruimtelijke spreiding van de verschillende soorten en de aandacht te vestigen op de meest kwetsbare soorten;
- de meest interessante sites te identificeren op het vlak van de biodiversiteit;
- de vestiging van nieuwe soorten in kaart te brengen, of dit nu het gevolg is van een menselijke tussenkomst of van een natuurlijk proces (bijvoorbeeld door de klimaatverandering);
- de factoren te bepalen die aan de basis liggen van de vastgestelde evoluties.
Deze studies die doorgaans erg veel informatie en genuanceerde conclusies bevatten, kunnen moeilijk in enkele lijnen worden samengevat. Voor meer informatie kunnen geïnteresseerde lezers diverse online beschikbare documenten raadplegen (volledige publicaties of samenvattingen, zie hieronder).
De terugkeer van de vissen in de Zenne
De meetcampagnes in het kader van de evaluatie van de biologische kwaliteit van de waterlopen hebben een duidelijke verbetering van de staat van de visfauna in de Zenne aangetoond. In de campagnes van 2007 en 2013 werd immers alleen in 2013 één enkele vis in de Brusselse Zenne gevangen. In 2004 werd zelfs geen telling uitgevoerd, omdat de kwaliteit van het water zo slecht was dat er geen vissen in konden leven.
Deze resultaten steken schril af tegen die van de laatste campagne in 2016, toen in de Zenne meer dan 200 vissen van 15 verschillende soorten werden gevangen. Vertrekkend van de referentielijst van de soorten die historisch in de Zenne aanwezig waren toen ze nog niet of weinig door menselijke activiteiten werd verstoord, stellen we vast dat 11 van de 17 soorten van deze lijst werden waargenomen (soms slechts één keer). Merk op dat sommige van de in 2016 opgetekende soorten ecologisch veeleisend zijn, zoals de bittervoorn, een soort die in het kader van de Europese wetgeving Natura 2000 een bijzondere bescherming geniet (zie Focus Staat van instandhouding van de soorten in deze synthese).
Deze vooruitgang moet in de eerste plaats in verband worden gebracht met de gedane inspanningen voor de zuivering van het afvalwater, zowel stroomopwaarts van Brussel als op gewestelijk niveau (zie het thema Water van deze synthese).
Documents:
Methodologische fiches
Tabellen met de gegevens
Factsheet(s)
- n°1. Zoogdieren (voor eind 2018 geplande update) (.pdf)
- n°2. Vogels (.pdf)
- n°3. De zangvogels in het Zoniënwoud (.pdf)
- n°5. Reptielen en amfibieën (.pdf)
- n°6. De hogere planten (.pdf)
- n°7. Mossen, schimmels en korstmossen (.pdf)
- n°8. Vissen (.pdf)
- n°9. Ongewervelde dieren (.pdf)
- n°10. Natuurlijke habitats in de Brusselse groengebieden (.pdf)
- n°11. Epifytische korstmossen (.pdf)
- n°12. Paddenstoelen (.pdf)
- n°14. Biodiversiteit : monitoring van dier- en plantensoorten (.pdf)
- n°18. Locale staat van instandhouding voor habitat- en vogelrichtlijnsoorten binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (.pdf )
Thema « Grondgebruik en landschappen in Brussel»
Fiches van de Staat van het Leefmilieu
- Biologische kwaliteit van de voornaamste waterlopen en vijvers (editie 2015-2016)
- Burgers verzamelen gegevens over de Brusselse biodiversiteit ("crowdsourcing") (editie 2015-2016)
- Paddenstoelen en korstmossen (editie 2011-2012)
- Natuurlijke habitats in de Brusselse groene ruimten (editie 2007-2010)
- Biodiversiteit : dagvlinders (editie 2007-2008) (.pdf)
- Semi-natuurlijk leefmilieu en openbare groene ruimten : Staat van de fauna en flora (editie 2003-2006) (.pdf)
Andere publicaties van Leefmilieu Brussel
- Wilde bijen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, 2018 (.pdf)
- Amfibieën en reptielen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, 2017 (.pdf)
- Dagvlinders in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, 2017 (.pdf)
- Zoogdieren in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, 2017 (.pdf)
- Paddenstoelen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, 2017 (.pdf)
- Rapport over de staat van de natuur in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, 2012 (.pdf)
Studies en rapporten
- ALLERMEERSCH L. 2006. "Opmaak van volledige floristische inventaris van het BHG en een florakartering", studie gerealiseerd door de Nationale Plantentuin van België in opdracht van Leefmilieu Brussel, 322 p. (.pdf)
- BECKERS, K., OTTART, N., FICHEFET, V., BECK, O., GRYSEELS, M., MAES, D. 2009. « Dagvlinders van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest: verspreiding, behoud en beheer (1830-2008) », Leefmilieu Brussel & Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, Brussel, 157 p. (het boek is te koop bij de Dienst Info-Leefmilieu van Leefmilieu Brussel)
- DECLEER et al. 2000, website Rode Lijsten in Vlaanderen, Gevalideerde en vastgestelde Rode Lijsten “Sprinkhanen en krekels” (html)
- DE KNIJF 2006, website Rode Lijsten in Vlaanderen, Gevalideerde en vastgestelde Rode Lijsten “Libellen” (html)
- DEVILLERS P. , DEVILLERS-TERSCHUREN J. 1998. “Mammifères de Bruxelles, facteurs de risque et mesures de gestion” in BIM "Kwaliteit van het Leefmilieu en Biodiversiteit in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest", studiedocumenten van het K.B.I.N. nr. 93: 147-164." (enkel in het Frans)
- JEUNES ET NATURE & JEUGDBOND VOOR NATUUR EN MILIEU 2006. "Atlas van de Sprinkhanen van Brussel", studie gerealiseerd door de werkgroep Saltabel in het kader van het project SaltaBru met de steun van Leefmilieu Brussel, gepubliceerd in het contactblad n°3 (zomer 2006) van J&N en JNM, 11 p. (.pdf)
- JOORIS R. 2007. “Inventarisatie amfibieën en reptielen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest”, rapport van Natuurpunt (studie 2007/3, werkgroep Hyla), in opdracht van het Ministerie voor Leefmilieu, Energie en Waterbeleid en Leefmilieu Brussel - Departement Biodiversiteit, Mechelen, 19 p. (.pdf)
- LAFONTAINE R.-M., DELSINNE T., DEVILLERS P. (IRSNB) 2013. "Evolution des populations de libellules de la RBC - leurs récentes augmentations - importance de la gestion des étangs" in Les Naturalistes belges 2013, 94, 2-3-4: 33-70. (html) (enkel in het Frans)
- MAES D., BAERT K., CASAER J., CRIEL D., CREVECOEUR L., DEKEUKELEIRE D., GOUWY J., GYSELINGS R., HAELTERS J., HERMAN D., HERREMANS M., HUYSENTRUYT F., LEFEBVRE A., OKELINX T., STUYCK J., THOMAES A., VAN DEN BERGE K., VANDENDRIESSCHE B., VERBEYLEN G., VERCAYIE D. 2014. « De IUCN Rode Lijst van de zoogdieren in Vlaanderen », rapport van het Instituut voor Natuur-en Bosonderzoek (INBO.R.2014.182811), Brussel. (html)
- MAES D.,VANREUSEL W., JACOBS I., BERWAERTS K., VAN DYCK H., 2012. « De IUCN Rode Lijst van de dagvlinders in Vlaanderen », rapport van het Instituut voor Natuur-en Bosonderzoek (21), Brussel. (html)
- STEEMAN R., ASPERGES M., BUELENS G., DE CEUSTER R., DECLERCQ B., KISZKA A., LEYSEN R., MEUWIS T., MONNENS J., ROBIJNS J., VAN DEN WIJNGAERT M., VAN ROY J., VERAGHTERT W. & VERSTRAETEN P. 2011. “Paddenstoelen in Vlaams-Brabant en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. 1980-2009. Verspreiding en ecologie”, studie van Natuurpunt met de steun van Leefmilieu Brussel, 725 pp. (enkel in het Nederlands) (het boek is te koop bij Natuurpunt)
- VAN CALSTER H., BAUWENS D. 2010. “Naar een monitoringstrategie voor de evaluatie van de toestand van de natuur in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest”, studie uitgevoerd door het Instituut voor Natuur-en Bosonderzoek (INBO.R.2010.37) in opdracht van Leefmilieu Brussel, Brussel, 183 p. (.pdf)
- VAN DEN BROECK D. 2012. « Atlas van de epifytische korstmossen en de erop voorkomende lichenicole fungi van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest”, studie uitgevoerd door de Nationale Plantentuin van België in opdracht van Leefmilieu Brussel, 161 p. (.pdf)
- VANDERPOORTEN A. 1997. "A bryological survey of the Brussels Capital Region”, in Scripta Botanica Belgica, vol 14, pp 1-51. (html) (enkel in het Engels)
- VAN LANDUYT W., HOSTE I., VANHECKE L., VAN DEN BREMPT P., VERCRUYSSE W. en DE BEER D. 2006. “Atlas van de Flora van Vlaanderen en het Brussels Gewest”, Instituut voor natuur- en bosonderzoek, Nationale Plantentuin van België & Flo.Wer., 99 p. (.pdf)
- VAN ONSEM S., BREINE J., TRIEST L. (VUB & INBO) 22200017. “De biologische kwaliteit van waterlopen, kanaal en vijvers in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in 2016”, studie uitgevored in opdracht van Leefmilieu Brussel, 92 p. + bijlagen. (.pdf)
- WEISERBS A., JACOB J.-P. 2007. « Oiseaux nicheurs de Bruxelles 2000-2004: répartition, effectifs, évolution », studie uitgevoerd door Aves in opdracht van Leefmilieu Brussel, Luik, 292 p. (het boek is te koop bij Natagora) (enkel in het Frans)
- WEISERBS A., JACOB J.-P. 2005. “Amfibieën en Reptielen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest”, studie uitgevoerd door AVES en Leefmilieu Brussel, Brussel, 107 p. (.pdf)
- WEISERBS A. 2013. « De status van Natura 2000 vogelsoorten in het Brussels Hoofstedelik Gewest – Brussels vogelnieuw n°4». Studie uitgevoerd door Natagora-Aves in opdracht van Leefmilieu Brussel, 7 p. (.pdf)
- WEISERBS A. 2012. « Van Gierzwaluw tot zwaluw - Brussels vogelnieuws n°3». Studie uitgevoerd door Natagora-Aves in opdracht van Leefmilieu Brussel, 7 p. (.pdf)
- WEISERBS A 2010. « Algemene broedvogels van het Brussels Gewest – Evolutie van de verspreiding - Brussels vogelnieuws n°2». Studie uitgevoerd door Natagora- Aves in opdracht van Leefmilieu Brussel, 7 p. (.pdf)
- WEISERBS A. & PAQUET J.-Y. 2009. « Algemene broedvogels van het Brussels Gewest - Brussels vogelnieuws n°1». Studie uitgevoerd door Natagora- Aves in opdracht van Leefmilieu Brussel, 7 p. (.pdf) (in het Frans)
Plannen en programma‘s