
cc Jean-Jacques Abalain
Minder courante of bedreigde exotische soorten die voorkomen op de lijst CITES van Bijlage A (EG) (bv. ara’s, Griekse landschildpadden, inheemse roofvogels) en van eigenaar veranderen, moeten op onuitwisbare wijze gemerkt worden.
Bij vogels wordt de poot geringd.
Bij een reptiel of zoogdier wordt een microchip ingebracht.
De kweker van die dieren moet in het bezit zijn van een certificaat CITES (.PDF) dat dit identificatienummer vermeldt.
De identificatie van landbouwhuisdieren valt onder de bevoegdheid van de FAVV.
Voor meer informatie kunt u de site van DGZ (NL) of van ARSIA (FR) raadplegen.